Jaco van den Brink
Jaco van den Brink
Het is voor veel supermarkten en andere detaillisten een bekend probleem: langdurige werkzaamheden aan de straat of de parkeerplaatsen waardoor klandizie en omzet maandenlang drastisch afneemt. Onder omstandigheden is het mogelijk om een deel van deze omzetdaling door de gemeente vergoed te krijgen. De Raad van State deed onlangs een tweetal interessante uitspraken over de hoogte van deze vorm van ‘nadeelcompensatie’. Ze zijn gunstig voor de retailondernemer.
Door mr. drs. Jaco van den Brink en mr. Elise Heijkoop-Otterman
In de beide zaken verzocht een supermarkt nadeelcompensatie vanwege een gedaalde omzet door werkzaamheden in de directe nabijheid.[1] Hierbij is vrijwel nooit vergoeding van de volledige schade mogelijk, omdat het uitgangspunt geldt dat ‘normaal ondernemersrisico’ voor eigen rekening blijft. Met andere woorden: ‘gewone pech’ wordt niet vergoed, alleen ‘buitengewone pech’. Veel gemeenten stellen daarom een drempel voor de hoogte van de schade die zij aan een gedupeerde supermarkt vergoeden. Deze drempel bedroeg doorgaans 15% van de jaaromzet. De hoogte van deze drempel was onder meer het onderwerp van twee uitspraken van de Raad van State van 15 juni j.l.
De uitspraak[2] betekent goed nieuws voor retailers: de ‘standaard’ 15%-drempel blijkt namelijk niet meer zo standaard te zijn. Uit de eerste uitspraak blijkt dat de gemeente Eindhoven inmiddels in alle gevallen de drempel naar 8% heeft bijgesteld. Ook andere gemeenten hanteren inmiddels dit percentage als uitgangspunt. Deze ontwikkeling verdient aanmoediging. Voor ondernemers in de retailsector geldt immers in het algemeen dat totaalomzet en nettowinst mijlenver uit elkaar liggen: de brutomarges zijn kleiner dan in andere sectoren. Dit rechtvaardigt een lagere risicodrempel voor omzetdaling.
Voor retailers die aanlopen tegen een omzetdaling door overheidsmaatregelen is een verzoek om nadeelcompensatie dus al snel de moeite waard.
Hoewel overigens in dit geval de drempel dus al lager was dan normaal gesproken het geval is[3], vond de supermarkt deze tegemoetkoming alsnog onvoldoende. Het oordeel van de Raad van State viel echter negatief voor de supermarkt uit: omdat een supermarkt normaal gesproken juist profiteert van een goed onderhouden wegennet en goede bereikbaarheid, valt het onder het normale ondernemersrisico wanneer zo nu en dan onderhoud aan deze infrastructuur uitgevoerd moet worden. Het normale ondernemersrisico komt niet voor vergoeding aanmerking. De gemeente had daarom volgens de Raad van State de (reeds verlaagde) drempel van 8% terecht toegepast en de supermarkt voldoende in de schade gecompenseerd.
In de andere zaak[4] benadrukte de Raad van State nog eens dat de gemeente wel veel beoordelingsruimte heeft voor de vaststelling van de omvang van het normale ondernemersrisico. Zij voegde aan dit oordeel wel toe dat naarmate een bestuursorgaan een hoger percentage als normaal ondernemersrisico hanteert er zwaardere eisen aan de motivering van dit percentage worden gesteld. In deze zaak had de gemeente Haarlem wel de drempel van 15% gehanteerd.
Het blijkt dat er gemeenten zijn waar voor dergelijke gevallen een lagere drempel wordt gehanteerd dan voorheen gebruikelijk. Voor retailers die aanlopen tegen een omzetdaling door overheidsmaatregelen, is een verzoek om nadeelcompensatie dus al snel de moeite waard. Anderzijds, wanneer de gemeentelijke uitkomst teleurstellend is, is de gang naar de bestuursrechter doorgaans niet vruchtbaar: de rechter laat een ruime beoordelingsvrijheid aan het gemeentebestuur.
[1] Deze compensatie is niet gestoeld op enige onrechtmatigheid zijdens de gemeente, maar op het bestuursrechtelijk beginsel dat personen of bedrijven die onevenredig zwaar worden getroffen door overheidsoptreden dat overigens rechtmatig is, hiervoor gecompenseerd moeten worden.
[2] Raad van State 15 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1650
[3] De gemeente had naar aanleiding van een advies van de SAOZ voor deze situatie de drempel al naar beneden bijgesteld: zij vergoedde de schade die boven 8% van de jaaromzet van de supermarkt uitkwam. Stichting Adviesbureau Onroerende zaken is een adviesbureau dat in opdracht van de gemeente berekent welke schade een partij heeft geleden en welk deel van die schade voor nadeelcompensatie in aanmerking komt.