Cornelis Klepper


Tijdens de eerste vaart van een onlangs gebouwd schip, knikte het vaartuig en zonk het gedeeltelijk. Berging en reparatie brachten een grote kostenpost met zich mee. Wie was verantwoordelijk en ging dit betalen? De aansprakelijkheid van opdrachtnemers wordt veelal beperkt in de contractvoorwaarden door middel van een exoneratiebeding. Recent oordeelde de Hoge Raad over een geval waarin de aansprakelijkheid was beperkt tot de omvang van de verzekeringsdekking, terwijl de bewuste verzekering niet daadwerkelijk was afgesloten.[1] In dat geval moet bekeken worden of de verzekering wel afgesloten had moeten worden, en welke consequenties dit gehad zou hebben.

Zie ook mijn eerdere blog over het afsluiten van een verzekering met onvoldoende dekking.

Gezonken schip

Zeker wanneer de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer in de voorwaarden is beperkt, moeten de consequenties van potentiële schade vooraf overdacht worden.

De aanleiding voor het geschil lag in het feit dat een (beun)schip, gebouwd door VEKA Scheepsbouw B.V., tijdens de eerste echte geladen vaart knikte en gedeeltelijk zonk. Doordat de langsscheepse sterkte te laag was, kon het schip de lading niet dragen. Uiteindelijk werd het schip geborgen en gerepareerd. Daarmee waren flinke kosten gemoeid: schade voor de opdrachtgever en eigenaar van het schip. VEKA werd door de verzekeraar van de opdrachtgever aansprakelijk gesteld voor die schade. In de gerechtelijke procedure(s) riep VEKA de partij die de cruciale constructieberekening had gemaakt, in vrijwaring op.

Metaalunievoorwaarden 2001

De betreffende partij was Teken- en Adviesbureau “Tekholl”. Zij had met VEKA gecontracteerd onder toepassing van de Metaalunievoorwaarden 2001. In de procedure beriep Tekholl zich op artikel 13.1 van die voorwaarden, waarin is bepaald:

“13.1 Opdrachtnemer is aansprakelijk: voor schade die opdrachtgever lijdt en die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een aan opdrachtnemer toe te rekenen tekortkoming. Voor vergoeding komt echter alleen in aanmerking die schade waartegen opdrachtnemer verzekerd is, dan wel redelijkerwijs verzekerd had behoren te zijn.”

Tekhol had alleen een Aansprakelijkheidsverzekering Voor Bedrijven (AVB) afgesloten. Uitgesloten van dekking was het beroepsaansprakelijkheidsrisico (BA) voor zover de aansprakelijkheid het gevolg is van fouten in ontwerp, tekening, berekening of advies. Dit laatste was nu juist het geval.

Een goede verzekering was mogelijk geweest

Ook al beweerde Tekholl van niet, volgens het gerechtshof was het wel degelijk mogelijk om een verzekering af te sluiten die ook in dit geval dekking zou bieden. Daarbij hoorde echter wel de consequentie dat de aansprakelijkheid volgens de RVOI beperkt zou worden tot de hoogte van de factuur. De factuur voor het maken van de berekeningen bedroeg in dit geval slechts € 2.832,08. De schade bedroeg ruim € 700.000.

Het oordeel van de Hoge Raad

Bij de Hoge Raad lag de vraag voor of het hof mocht oordelen dat Tekholl in dit geval geen beroep mocht doen op het genoemde artikel 13.1, gezien:

  1.  het feit dat het afsluiten van een goede verzekering mogelijk, betaalbaar en gebruikelijk was;

  2. het feit dat Tekholl moest weten dat een fout in de berekening tot fatale gevolgen kon leiden;

  3. het feit dat Tekholl desondanks geen goede verzekering heeft afgesloten.

De Hoge Raad oordeelt dat de conclusie van het hof (Tekholl komt geen beroep op de aansprakelijkheidsbeperking toe) ‘onbegrijpelijk’ is. Immers, ook al had Tekholl wel een goede verzekering afgesloten, dan was zij slechts aansprakelijk tot een bedrag van € 2.832,08. De Hoge Raad zegt het niet met zoveel woorden, maar uit zijn oordeel lijkt te volgen dat Tekholl slechts aansprakelijk kan worden gehouden voor het bedrag van de factuur.

Deze uitspraak symboliseert het belang van nauwkeurige analyse van de contractsvoorwaarden bij het aangaan van een overeenkomst. Zeker wanneer de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer in de voorwaarden is beperkt, moeten de consequenties van potentiële schade vooraf overdacht worden.

[1] HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1280

Deel dit artikel

Neem contact op met onze specialisten voor meer informatie

Expertises